Vlinders op vrouwendag: feminisme in Madrid

[Vanwege gebrek aan feminisme op vrouwendag in Nederland een oude blog uit 2019 (!) over 8M in Madrid, destijds geschreven voor het inmiddels opgeheven blog Hartje Spanje van Twan van Lieshout]

‘Nu al vlinders in mijn buik’, schrijft een kennis van mij op Facebook een dag voor de internationale vrouwendag aanbreekt. In Madrid betekent 8 maart – of 8M zoals het hier afgekort wordt –  een overweldigend aantal demonstranten in de stad, heel veel paars en een stortvloed aan feministische berichten op sociale media. Dit jaar waren er volgens El País alleen al in Madrid meer dan 350.000 demonstranten op de been: vrouwen, opvallend veel kinderen en natuurlijk ook wat mannen. Het is de dag waarop men uitbundig alle vormen van vrouw-zijn viert en een wijds spectrum aan seksistische problematiek aankaart. Feestelijk en bloedserieus tegelijk. Maar ook: veel groter dan in Nederland.

Wie op 8 maart een wandeling maakt door het centrum in Madrid kan er niet omheen. Vanuit elk plein galmt het feminisme. De iets hogere klank die uitgaat van de hoge dichtheid vrouwelijke demonstranten maakt de sfeer direct vrouwelijker, maar niet op een stereotypische manier. Het heeft niks van doen met de plekken waar je normaalgesproken veel vrouwen bij elkaar ziet: het schoolplein, het winkelcentrum of een speciale vrouwenavond in de bioscoop. De sfeer is ruiger, uitbundiger en natuurlijk politieker. Er wordt gedanst, getrommeld en gezongen. Feestelijk gelach mengt zich met geëtaleerde woede en verdriet. Deze bundel van geluid is ook letterlijk terug te vinden in het geschreven discours. Kranten hebben het over ‘el grito feminista’ ‘de feministische schreeuw’ en een veelgebruikte leus op demonstratiebordjes is ‘Somos el grito de las que ya no tienen voz’ ‘We zijn de schreeuw van hen die geen stem meer hebben’. ‘Faltan las asesinadas’ voegen anderen daaraan toe – ‘Alleen de vermoorde vrouwen zijn er niet bij’.

Het thema machogeweld is waarschijnlijk het meest opvallende punt waarop het Spaanse feminisme sterk verschilt de Nederlandse variant. Hoewel in Nederland elk jaar weer schrijnende voorvallen van macho- en seksueel geweld de media bereiken, leidt dit bijna nooit tot een gemeenschappelijke aanklacht tegen machistische cultuur. Elk nieuwsbericht heeft eerder een incidenteel karakter. De geweldplegers en moordenaars die in het nieuws figureren worden beschreven als rare types uit problematisch milieus. Het zijn einzelgängers die op geen enkele manier de massa representeren en daarom heerst ook niet het idee dat dit het probleem is van een bepaalde cultivering van mannelijkheid.

In Spanje worden echter al jaren lijsten bijgehouden met vrouwen die door mannelijk geweld zijn omgekomen[1]. Ook huiselijk geweld is een belangrijk thema. Alleen al in 2018 telt Spanje 158.590 slachtoffers van partnergeweld[2]. Een van deze vrouwen kwam ik laatst te spreken in de bus. Laten we haar Ana noemen. Ik was verbaasd over de openheid waarmee ze over haar leven vertelde. Haar man had haar 30 jaar lang mishandeld. Ze vertelde hoe moeilijk het was om met haar situatie naar buiten te treden in de dorpse gemeenschap waar haar man zo geliefd was. (Dat de macht van mannen vaak samenhangt met de onmacht van slachtoffers, moge in deze #metoo-tijd duidelijk zijn). Uiteindelijk is Ana na haar scheiding van Galicië naar Madrid verhuisd, meer dan 500 kilometer verderop. Het leek erop dat niet hij, maar zij de nare gevolgen van jaren mishandeling nog steeds ondervond. ‘Als mijn dochter maar een beter leven heeft’ zei ze.

8M in Spanje is onder anderen voor vrouwen zoals Ana. Het is een schreeuw van verontwaardiging om het leed dat zij hebben moeten meemaken. Ook is 8M een dag ter gedachtenis aan vermoorde vrouwen, die net als de Nederlandse Anne Faber of Savannah Dekker, gewoon een blokje gingen rennen of fietsen. Onder het motto Correr sin miedo y no por miedo – ‘rennen zonder angst en niet omdat je bang bent’ renden door het hele land al vrouwen ter nagedachtenis aan Laura Luelmo – de jonge tekenlerares, die ging hardlopen in het dorp waar ze net was komen wonen en nooit meer terugkwam. ¡ Ní una más, ní una menos! ‘Geen enkele [dode] meer, geen enkele [vrouw] minder!’ staat er dan ook op vele borden.

Dit verdriet is echter maar een van de thema’s die op de dag aandacht krijgt. Demonstratiebordjes variëren van ‘dat ik vrouw ben betekent niet dat ik kinderen hoef te baren of mijn benen hoef te scheren’ tot ‘Nee is nee! Wil je flexibiliteit, geef je dan op voor yoga’. Het effect is dat heel verschillende uitingen van seksisme bijeengebracht worden onder één noemer. Seksisme wordt gepresenteerd als een structureel probleem dat elk individu overstijgt. Het zit in de cultuur, de geschiedenis, in wetgeving, in woorden en kleine gedragingen. Juist daarom bestaat er ook geen simpele oplossing.

Vanuit de grote menigte zingende, dansende en protesterende vrouwen gaat echter een hoopvol gebaar uit. De sfeer is een verademing bij alle clichématige vrouwbeelden die je tegenkomt in commercials of op sociale media. Het is alsof de verandering letterlijk voor je neus plaatsvindt en daarom is het niet alleen een serieuze aanvechting van leed, maar ook een groot feest. Grote kans zelfs dat ook Ana ergens in de menigte stond te dansen.

De vraag is natuurlijk waarom deze schreeuw in Nederland uitblijft. Hoe kunnen we denken dat het in Nederland wel meevalt, met zo weinig fractievoorzitters in de politiek of laat staan een vrouwelijke minister-president in het vizier? Hoe komt het dat we zo makkelijk tevreden te stemmen zijn met maar vijf dagen vaderschapsverlof (in Spanje zijn het vier weken)? Waarom leiden alle verhalen over seksuele intimidatie op de werkvloer – vraag maar eens om je heen – niet tot een gezamenlijk verzet? En hoe zit het met de Nederlandse Ana’s?

Leave a comment