Ze kijken naar film en theater, net als wij: de acteurs van het theatergezelschap van de Argentijnse Mariano Pensotti. Als hun voorstelling afgelopen is, beginnen ze druk door elkaar heen te praten. “Volgens mij ging het over hoe klassenstrijd en seksuele bevrijding elkaar in de weg zitten”, zegt er een. “Nee joh, dat zat er helemaal niet in”, zegt een ander. En weer een ander: “Ik vond het maar niks, een film in een theaterstuk. Echt zoiets moderns waarbij de vorm belangrijker is dan de inhoud.”
Pensotti is lief voor zijn publiek. De personages die hij opvoert lijken op ons. Wij kijken een behoorlijk deel van de dag naar verhalen van anderen. Naar het nieuws, films of zo nu en dan theater. Meestal zijn de mensen naar wie we kijken veel boeiender dan wijzelf. Zij maken reizen, kunnen goed dansen of hebben een natuurramp overleefd. Maar in de voorstelling Burning bright in the forest of the night kijken zij ook gewoon naar een film.
Het gezamenlijke ‘kijken naar’ is in het stuk iets prachtigs. Even worden de familieruzies gesmoord, zijn pijnlijke gebeurtenissen vergeten en ontvouwt zich een wereld vol nieuwe onderwerpen. Het is een gezamenlijke ervaring waarover door te praten valt, zoals ook over deze prachtige voorstelling – een film in een theaterstuk in een poppenspel. Terwijl we de zaal uitlopen en op de fiets stappen heb ik het met een vriendin over wat we zojuist gezien hebben. Zij vertelt dat ze het acteerwerk in de film veel meeslepender vond dan het live spel. Ik ga naar de voorstelling terug in gedachten en geef haar gelijk. “Zou het met opzet zijn?”, vragen we ons af. Steeds vergelijken we onze herinneringen aan de voorstelling met elkaar. “Weet je nog die ene scène waarin een lijk werd gevonden op de vuilnisbelt?” “Vind jij de Argentijnse uitspraak van het Spaans ook zo mooi? Het lijkt wel Italiaans!” We springen van de hak op de tak, van detail naar verhaal, van inhoud naar vorm en vormen zo een herhaling van wat we net op het toneel hebben gezien.
Het lijkt misschien logisch dat ‘kijken naar’ door iemand die voorstellingen maakt als iets positiefs wordt neergezet, maar dat is lang niet altijd het geval. In de aflevering 15 Million Merits van de Netflix-serie Black Mirror leven mensen gevangen in een wereld van voorstellingen. Dagelijks moeten zij op hometrainers stroom opwekken voor een wereld van schermen. De punten die ze hiermee verdienen kunnen ze vervolgens weer inzetten om zelf programma’s te kijken. De enige ontsnapping uit deze hel is om ooit in zo’n film te figureren. Iedereen droomt ervan de rol van toeschouwer in te mogen wisselen voor die van acteur.
Op Noorderzon kan deze droom gemakkelijk werkelijkheid worden. Er zijn maar liefst vijf voorstellingen uit het hoofdprogramma waarbij het publiek zelf meespeelt, zogenaamd participatietheater. In een interview legt een van de makers, Marco Chevenier, uit waarom hij voor dit format heeft gekozen. “Het theater is veel te passief en is daarin een spiegel van de maatschappij. We luisteren te beleefd naar wat ons wordt verteld, zonder terug te spreken.” Als voorbeeld noemt hij de braafheid van het Italiaanse theaterpubliek: “In Frankrijk stapt het publiek op als ze een voorstelling niet goed vinden. Net zoals ze massaal de straat opgaan als de regering iets doet dat ze niet bevalt. In Italië is iedereen stil in het theater. Net zoals ze stil zijn als hun rechten worden aangetast.”
Chenevier veronderstelt dus een relatie tussen de fysieke bewegingen van het theaterpubliek en hun bereidheid om politiek geëngageerd te zijn. Iemand die opstaat in de zaal, zal ook eerder demonstreren tegen onrecht. Hoewel hij dit in zijn prachtige Quintetto – waar je ook gewoon naar mocht kijken – heel mooi verbeeldt, is het natuurlijk de vraag of die blauwe maandag toneelervaring echt een life changing experience is.
Bovendien sluiten deze kritisch bedoelde pogingen om ons actiever te maken wel erg goed aan bij de hedendaagse participatiesamenleving, waarin we ons steeds schuldig moeten voelen over alles wat zogenaamd passief is – middagdutjes, scrollen op Facebook of ‘slechte’ televisie. Is het kijken naar een theatervoorstelling nu ook al niet meer actief genoeg? Moeten we zelfs op Noorderzon zelf aan het werk?
Mischien is Pensotti’s Burning bright daarom wel zo mooi. Het accepteert de mens als een naar-een-voorstelling-kijkend wezen, een liefhebber van verhalen, een toeschouwer! En zeg nou zelf, samen met vrienden in de openbare ruimte iets moois gaan bekijken en daar onder het genot van een biertje nog even over doorpraten is toch heel actief? Op zo’n moment stemmen we onze verse herinneringen op elkaar af en gaan we nieuwe verbanden aan met elkaar, de voorstelling en de wereld waarover deze gaat. Dat is ook politiek.
Dit stuk verscheen op de website van het Noorderzon Festival en kwam tot stand in de schrijversgroep onder begeleiding van Joost Ramaer en Lies Mensink.