De boot of de trein naar Londen? Over ‘Our Blood’ van Marc Quinn

Terug van een weekend Londen open ik het nieuws. ‘Recordaantal migranten verdronken in Het Kanaal’. Het was de eerste keer dat we de trein namen door de tunnel. Na een halfuur in het donker reden we zo het glooiende landschap van Engeland in. Geen golven, hobbels, of wrijving. Je ziet de zee niet eens. We vielen nog net niet in slaap.

Engeland, daar moet je zijn. Een aantal jaar geleden zag ik een presentatie van de kunstenaar Marc Quinn. Hij stelde dat migranten al aankomen met een stukje Engeland in zich omdat de Britse identiteit over de hele wereld is uitgezet. Niet alleen is de Engelse taal wijdverspreid, ook culturele gebruiken, instituten, pop- en voedselcultuur hebben overal ter wereld wortels geschoten en zijn verbindingen aangegaan met lokale culturen. Migratie als boemerang van het kolonialisme.

Al jaren toont het nieuws inwisselbare beelden van overvolle rubberen boten op zee: onbekenden van elkaar die jaren vol visumgedoe tegemoet gaan, als ze het al redden. De ene procedure na de andere. De constante onzekerheid van iemand anders die over je lot beslist. Een smokkelaar, een toevallige voorbijganger, een politicus. En daarbij de lijken op de bodem van de zee en in de woestijn als constante herinnering aan de risico’s.

Natuurlijk was onze paspoortcontrole voor de treinreis irritant. Die vervloekte Brexit ook! We moesten in rijen dicht op elkaar staan, terwijl een toezichthouder heel hard allemaal instructies schreeuwde. Maar de poortjes gingen gewoon open en daarna zaten we heerlijk in de trein. Tegenover het beeld van de rubberen boot het absurde document van het paspoort dat de mensheid in klassen verdeelt van veel tot weinig bewegingsvrijheid.

Net als zovelen voelde Marc Quinn dat hij iets met deze ellendige ongelijkheid moest doen. Wie wat van Quinn weet, denkt direct aan bloed – hij maakte ooit van zijn eigen bloed een buste, een zelfportret. En inderdaad sprak dit materiaal opnieuw tot de verbeelding. Hij zette het plan op om tweehonderd liter bloed te verzamelen van vluchtelingen en niet-vluchtelingen. Daar zouden vervolgens twee kubussen van gemaakt worden die in 2019 op de trappen voor de New York Public Library zouden worden tentoongesteld – niet de minste plek.

Aan de grammaticale vorm van de vorige alinea kun je al merken dat heb proberen te factchecken of dit ervan is gekomen, maar nergens vind ik sporen van een realisatie. Aan de website ‘wordt gewerkt’. Het filmpje dat het project aankondigde is alleen nog via een oud bericht op Facebook en onder de naam ‘Odyssey’ te vinden. Daarin zeggen individuen uit zowel de vluchtelingen als niet-vluchtelingengroep samen de zin ‘my blood and refugee blood is the same, under the skin we are all the same’. Beroemdheden als Sting, Bono en Anna Wintour doen mee.

Wat is er gebeurd met dit project dat gepland stond voor 2019. Gooide covid roet in het eten? Zorgde het massale bloedprikken voor niet-realiseerbare logistieke en juridische procedures? Stortte het geloof in het project in? Kwam het zinnetje ineens te zoet, te zwak over? Of komt het er nog?

Screenshot of the Facebook post with the video, found via this link.

Wat betreft de actualiteit is het momentum helaas nog niet voorbij. De vluchtelingencrisis duurt nog altijd voort, alleen niet op de manier die onze regering ons voorhoudt. Er is geen onvoorspelbaar grote instroom van immigranten waarvoor te weinig faciliteiten beschikbaar zouden zijn. Sterker nog, deals met Noord Afrikaanse landen maken dat juist minder vluchtelingen Europa per boot bereiken. Op de manier waarop hebben we het liever niet. Ik noem toch maar even het strafbaar stellen van alle hulp aan vluchtelingen en het genadeloos dumpen in de woestijn door lokale autoriteiten. Daarbij komt ook nog eens dat de regering de broodnodige faciliteiten, zoals de zogenoemde bed- bad- broodvoorzieningen nog verder wil afbreken. Zullen ze daarna ook vol afkering wijzen naar de mensen die slapen op straat? Oh en dan vergeet ik nog even dat ze de ontwikkelingshulp om het elders beter te maken ook als overbodig zien.

Bij de zogenaamde oplossingen voor de crisis; de deals, het gerommel met voorzieningen voel ik niets dan teleurstelling. Welke politicus durft het grotere vraagstuk aan van de ongelijke bewegingsvrijheid van mensen internationaal gezien? Durft iemand te stellen dat een weg naar een gelijkere wereld wellicht ook het inperken van de eigen vrijheid of rijkdom betekent?

Of Our Blood er nog komt is de vraag. Het zal een hele organisatorische, prijzige en juridische opgave zijn om te realiseren. Bovendien is het doneren van bloed aan een kunstwerk in plaats van een medische instelling controversieel. Deze vorm van verspilling lijkt loodrecht tegenover het redden van levens te staan. Er zullen zeker mensen aanstoot nemen aan dit gegeven. Maar ditzelfde gegeven zou het werk bij uitstek een monument voor onze tijd maken.

Visualisation of the sculpture ‘Our Blood’ in front of the New York Public Library found via the project website.

Leave a comment